Land 

informatie

Thailand

Bevolking

Thailand staat bekend als het land van de glimlach en zult u heel veel glimlachende gezichten ontmoeten. De glimlach is hier een natuurlijk aspect van het leven en wordt vaak gebruikt om beschamende situaties het hoofd te bieden. Als u bijv. een Thai de weg vraagt, zal hij of zij u glimlachend antwoorden en u ergens heen wijzen, ook al heeft men geen idee waar u heen wilt.

De wijze van groeten is niet zoals wij Nederlanders dat doen door middel van een hand te geven maar met een handgebaar, de Wai. Dit traditionele gebaar wordt gemaakt door de handpalmen tegen elkaar te plaatsen en ze naar het gezicht te brengen, terwijl men het hoofd licht voorover buigt. Als buitenlander zal niemand het u echter kwalijk nemen als u gewoon een hand geeft. Het maken van een Wai zal, zeker omdat men het meestal niet verwacht van een buitenlander, zeer gewaardeerd worden! Daarbij is ook de hoogte van het gebaar van belang. Hoe lager de rang, hoe lager de Wai. Hoe hoger de rang, hoe hoger de Wai gemaakt wordt als teken van respect.

De manier van aanspreken is ook anders dan wat wij gewend zijn, want het is hier de gewoonte om mensen bij de voornaam aan te spreken. Een prettige bijkomstigheid is dat de Thai vaak korte bijnamen voor elkaar bedenken, zodat men op deze manier zijn tong niet breekt over de ingewikkelde meerlettergrepige Thaise namen. 

Cultuur

Boeddhistische monniken worden zeer gerespecteerd en dienen met uiterste beleefdheid behandeld te worden! Zij mogen, vanwege hun celibaatbeloften, geen vrouwen aanraken en zelfs niets uit hun handen aannemen. Als u een tempel bezoekt draag dan bij voorkeur een lange broek en een shirt of blouse waarbij de bovenarmen bedekt zijn. Ook dient u uw schoenen uit te trekken als u de tempel ingaat. Dit geldt overigens niet alleen voor tempels, want men doet hier ook zijn schoenen uit als men een particuliere woning binnen gaat. 94% van de Thai is Boeddhist en tezamen met de monarchie is het Boeddhisme de belangrijkste bindende kracht binnen de Thaise samenleving.

Het geloof speelt een belangrijke rol in het leven van de Thai en dat komt in het dagelijks leven op diverse manieren naar voren. Zo ziet u 's ochtends de monniken in saffraankleurige gewaden over straat lopen om voedsel in te zamelen bij de gelovigen. Dit is geen bedelarij, maar een mogelijkheid voor de gever om zich verdienstelijk te maken. Dat is goed voor een ieders Karma.

In het Boeddhisme zijn tolerantie en respect voor anderen belangrijke waarden. Het is tevens een manier van leven. 

Flora en Fauna

In de tropen zijn kakkerlakken, ongeacht de hygiëne, geen prettige, maar onvermijdelijke huisdieren. Onverpakte levensmiddelen, rottend fruit of vuil servies lokken deze en andere, meestal ongevaarlijke insecten. Van airconditioning houden deze indringers niet en mottenballen zorgen voor een indringende geur, waardoor ze meestal buiten blijven!

Ook komt u Tjitjaks tegen, ook wel gekko's genoemd, een klein, hagedis-achtig, reptiel, dat zich op het plafond of op de muren ophoudt. Tjitjaks zijn volkomen ongevaarlijke insecteneters en houden uw kamer muggenvrij, al moeten wij wel even wennen aan deze huisdieren! Maar in het Verre Oosten geldt: hoe meer Tjitjaks in uw kamer, des te meer geluk zult u hebben!

Geografie

Geheel Thailand wordt gekenmerkt door een weelderige begroeiing en is in landschappelijk opzicht te onderscheiden in vier gebieden. Het noorden en noordoosten zijn bergachtig met als hoogste punt de Doi Inthanon (2596m), ten zuiden van Chiang Mai. Deze streek is begroeid met teakwouden, rijstvelden en regenwoud(resten).

Het centrale laagland is het centrum van de Thaise rijstteelt. De belangrijkste rivier van Thailand, de Chao Phraya, stroomt door dit gebied om vervolgens, iets ten zuiden van Bangkok, uit te monden in de Golf van Thailand. Dankzij dit gebied is Thailand, ondanks de lage rijstproductie per oppervlakte-eenheid, de op één na grootste rijstexporteur ter wereld,

Het zuiden van Thailand is begroeid met een weelderige tropische vegetatie en voor de kust liggen tal van eilandjes met paradijselijke stranden, onder andere Koh Phi Phi en het schiereiland Phuket. De landbouw bestaat uit ananas, rubber of palmolieplantages. Daarnaast vindt men langs de kust veel mangrovebossen met garnalenkwekerijen.  

Geschiedenis

Opgravingen in het noorden van Thailand, aan de Mekong rivier op het Korat plateau wijzen op een ontwikkelde cultuur uit ongeveer 3600 v. Chr. Dit volk hield zich al bezig met landbouw en was waarschijnlijk de eerste cultuur ter wereld, die in het Bronzen Tijdperk leefde. Deze mensen zijn waarschijnlijk verdreven door stammen uit het noorden. Over de volgende eeuwen is weinig bekend. Vanaf 800 v. Chr. tot de 13e eeuw na Christus vestigden zich vele volkeren in het huidige Thailand, zoals de Mons uit Birma en de Khmers uit Cambodja.

In de 2e en 3e eeuw zorgde de vele contacten met Indische handelslieden voor een sterke invloed van de Indische cultuur. In de 13e eeuw trokken de Thai, afkomstig uit Zuid-China (provincie Yunnan), naar het zuiden vanwege een inval van de Mongoliërs en kwamen terecht in het gebied van de Korat vlakte in Noord-Thailand. Dit was een onderdeel van het Khmerrijk, dat zich uitstrekte van Cambodja tot Oost-Thailand. De Thai namen, op gebied van bestuur, religie, cultuur en krijgskunde veel van hen over. Van de Mons kwam het Theravada Boeddhisme.

De Rama dynastie

In 1767 viel Ayutthaya in handen van Birma en werd de stad geplunderd en verwoest. Generaal Taksin wist te ontvluchten en vestigde de hoofdstad Thonburi aan de Chaophraya rivier, tegenover het huidige Bangkok. Taksin werd in 1782 afgezet door generaal Chakri, die zich daarna kroonde tot Rama I en hiermee grondlegger was van de huidige Chakri-dynastie. Hij verplaatste de hoofdstad naar de oostelijke oever van de Chaophraya-rivier, op de plaats van het markt-plaatsje Ban Kok ("dorp van de wilde pruimen") en noemde de stad Krung Thep, "de stad der engelen". Voor buitenlanders is de stad echter bekend geworden onder de naam Bangkok.

De koningen, die volgden, wisten Siam te vrijwaren van een koloniaal bewind. Zij waren intellectueel zeer ontwikkeld en werden erg gewaardeerd door het volk. Rama IV zorgde er in het midden van de 19e eeuw al voor dat vrouwen alleen uit vrije wil mochten trouwen, wat erg modern was voor die tijd. Rama V schafte als een van de eerste in de regio de slavernij af en bouwde met Europese hulp aan de infrastructuur van het land. Na de staatsgreep in 1932 werd Thailand een constitutionele monarchie, die een einde maakte aan de absolute macht van de koning.

In 1938 nam de nationalistische maarschalk Phibul de macht over en werd de naam van het land, SIAM, veranderd in Thailand. Phibul belemmerde de uitoefening van niet Boeddhistische godsdiensten en wilde het land naar Westers model moderniseren. Zonder hoed en schoenen mocht men bijvoorbeeld openbare gebouwen niet betreden. De huidige koning Bhumibol (Rama IX) is nu al 66 jaar Koning van Thailand en daarmee de langs heersende vorst ter wereld. Hij wordt gezien als de stabiliserende factor in het land. 

De koninkrijken Sukhothai en Ayutthaya

Na de opstand tegen de Khmers in 1238 stichtten de Thai de stad Sukhothai in de Menamvlakte. In deze periode ontstonden ook de vorstendommen van Phayao en Chiang Rai. De koning van Sukhothai, Ramkhamhaeng, voerde het Thaise alfabet in, dat tot op de dag van vandaag nog steeds gebruikt wordt en een samenvoegsel van diverse Khmer alfabetten is. Deze koning wordt beschouwd als stichter van het huidige Thailand en breidde zijn rijk uit tot in het huidige Maleisië en Myanmar.

Het koninkrijk kende grote rijkdom, maar raakte in verval en in 1350 greep koning Ramathibodi I de macht en verplaatste de hoofdstad naar Ayutthaya, dat het belangrijkste koninkrijk in de regio en het hart van Siam werd. Op het hoogtepunt van zijn macht in de 17e eeuw had Ayutthaya een miljoen inwoners, meer dan Londen in die tijd. De stad werd bewonderd om zijn gouden daken en Boeddhabeelden. In deze periode waren er ook bloeiende contacten met Europese mogendheden. Na mislukte pogingen van Frankrijk om Siam te veroveren en het Christendom in te voeren, kreeg de VOC een belangrijke handelspositie, die tot in de 18e eeuw tot een levendige handel leidden.

Klimaat

Thailand kent drie seizoenen: het hete en droge seizoen van maart tot midden juni met een gemiddelde temperatuur van 27-35 graden, het regenseizoen van juni tot oktober met een gemiddelde temperatuur van 24-32 graden en het koele seizoen van november tot en met maart met een gemiddelde temperatuur van 18-32 graden.

Chiang Mai staat bekend om het aangename klimaat met een temperatuur, die een graden lager ligt dan in Bangkok. Voor mensen uit ons klimaat is Thailand echter het gehele jaar een warm land. Volgens metingen van de Wereld Meteorologie Organisatie is, gekeken naar jaarlijkse, gemiddelde, dag en nacht maxima, Bangkok zelfs de warmste stad ter wereld.

Het regenseizoen wordt gekenmerkt door hevige, korte, stortbuien in de namiddag, soms met onweer, die aangevoerd worden door de zuidwest moesson. Hoewel regen nooit leuk is heeft het ook voordelen. De begroeiing is dan prachtig groen en het is minder stoffig. Met name in de periode november tot en met maart kan het in het noorden 's morgens en 's avonds flink afkoelen. In het noorden regent het minder dan in de rest van het land.

Politiek

Sinds 1932 is Thailand een constitutionele monarchie. De koning en regering bevinden zich in de hoofdstad Bangkok en het land is verdeeld in 73 provincies, Changwats, met aan het hoofd (een door de koning) benoemde gouverneur. Hoewel de Thaise democratie de laatste jaren steviger in zijn schoenen is komen te staan, blijft het leger een belangrijke factor van betekenis. Staatsgrepen zijn in het verleden dan ook regelmatig voorgekomen.

Het koningshuis wordt diep gerespecteerd door de Thaise bevolking en in vele winkels, huizen, tempels en openbare gebouwen hangt een portret van de koning Bhumibol Adulyadej (Rama IX) en koningin Mom Rajawongse Sirikit Kitiyakara. Een afbeelding van de koning en koningin mag nooit bespot worden en wordt het liefst zo hoog mogelijk boven ooghoogte gehangen. De koning heeft nog steeds een belangrijke, positieve, invloed op het politieke en religieuze leven.

Religie

In Thailand kent men het Boeddhisme. Het geloof is heilig voor de Thai en wanneer men bijvoorbeeld uw schoenen niet uittrekt wanneer u een tempel betreedt ziet men dit als belediging van Boeddha. Pas daar overigens wel voor op daar er in Thailand zware straffen staan op belediging van zowel de Koning als Boeddha.

Gautama Boeddha

Siddhartha Gautama of Boeddha was een spiritueel leider die waarschijnlijk leefde rond 6 eeuwen voor Christus, van 563 tot ca. 483 v.Chr. in Nepal. Door moderne geleerden wordt ook ca. 480-400 gesuggereerd. Er zijn ook alternatieve data die gangbaar zijn vanuit de geloofstradities zelf. Volgens religieuze overleveringen bereikte Gautama Boeddha complete en volledige verlichting (het Boeddhaschap). Gautama Boeddha wordt ook wel de Sakjamoeni (sakyamuni) Boeddha genoemd en werd geboren als Siddhartha Gautama. De naam Siddhartha betekent: hij, wiens doel is volbracht of van wie elke wens vervuld is. Vaak wordt hij kortweg "de Boeddha" of "Boeddha" genoemd. Boeddha betekent 'hij die ontwaakt (verlicht) is'. De titel Boeddha wordt gegeven aan iemand die op eigen kracht, zonder leraar, de Dhamma (de waarheid, de natuurlijke ordening der dingen) ontdekt heeft en verlichting heeft bereikt. Volgens overlevering zijn er voor Gautama Boeddha nog een aantal andere boeddha’s geweest (een beroemde lijst noemt 28 Boeddha's). Boeddha werd geboren in een hindoe-familie.

Het levensverhaal van de Boeddha is in het boeddhisme een voorbeeld en inspiratiebron voor het bereiken van verlichting. Siddharta Gautama werd geboren te Lumbini in het zuiden van Nepal. Zijn moeder zou Māyādevī hebben geheten, wat in het Sanskriet tevens verlichting betekent. Boeddha kwam in een tuin in Lumbini ter wereld, na tien maanden in de buik van zijn moeder te hebben gezeten. Hij wees met de wijsvinger van zijn ene hand naar de hemel en met de wijsvinger van zijn andere hand naar de grond. Boeddha's geboorteland was het land van de Sakya's. Zijn vader, Śuddhodana, was de koning van dat land. De naam Sakyamuni is een verwijzing naar de Sakya's: letterlijk betekent het de wijze van de Sakya's.

Volgens de traditie was Siddhartha Gautama een prins, wiens ouders van diverse wijzen te horen hadden gekregen dat hun kind óf een onovertrefbaar groot heerser zou worden, óf alle aardse goederen zou verwerpen en de verlichting zou bereiken. Aangezien zijn vader de eerste voorspelling prefereerde werd hij omringd met de beste aardse goederen, zodat hij in zijn leven geen ontevredenheid of nare dingen zou ervaren. Hij zou dan geen afstand hoeven te doen van zijn bezittingen. Zijn vader bouwde drie paleizen en Siddhartha Gautama bracht al zijn tijd door binnen de hoge muren van het paleis. Zo gingen de eerste 29 jaar van zijn leven voorbij. Toen Boeddha zeven dagen oud was, overleed zijn moeder. Zijn tante, de zus van zijn moeder, ontfermde zich over haar neefje. Op de leeftijd van zestien jaar trouwde Boeddha met de eveneens zestienjarige Yaśodharā. Samen kregen ze een zoon die de naam Rahula kreeg.

Na 29 jaar ging hij echter diep nadenken over het leven en wilde zien hoe het 'echte' leven buiten het paleis was. Stiekem ging hij 's nachts de stad in, samen met zijn bediende. Tot zijn grote schrik zag hij een oude man, een zieke man en een dode man. Omdat hij door zijn beschermde opvoeding nog nooit een oude, zieke of dode man had gezien, vroeg hij zijn bediende om uitleg. Hij kreeg te horen dat alle mensen oud worden, ziekten oplopen en doodgaan. Dat dit normaal is. Ook zag Siddhartha Gautama een kalme en beheerste monnik voorbijlopen. Hij vroeg zijn bediende wat dit voor man was, en kreeg te horen dat het een monnik was die vrijwillig zijn bezittingen had opgegeven en een leven van eenvoud leidde, gericht op spirituele ontwikkeling. Kort daarna verliet Siddhartha het paleis en zijn familie (waaronder zijn jonge vrouw en kind) en ging hij leven als een monnik in de bossen van India.

In Benarès studeerde hij met twee zeer bekende en gerespecteerde meesters en bekwaamde zich snel in hun leer. Hij vond echter dat deze geen oplossing bood voor het lijden dat hij nog steeds ervoer. Daarom ging hij zijn eigen weg en begon een 6 jaar lange periode van zelfkastijding en zelfpijniging. Hij leefde ver van de samenleving, alleen in de bossen, at zeer weinig en werd zo mager dat hij bijna overleed.

Na zes jaar kwam hij tot het inzicht dat zelfpijniging niet leidt tot verlichting en het einde van het lijden. Hij vond een middenweg tussen het bereiken van sensueel plezier en de zelfkastijding, en besloot te gaan mediteren onder een Bodhiboom in Bodhgaya totdat hij volledige verlichting zou bereiken óf zou sterven. De volgende ochtend rond zonsopgang bereikte hij de verlichting. Vanaf toen was hij Siddhartha Gautama, de Boeddha. Hij was toen 35 jaar.

Hij begon zijn nieuw gevonden inzicht (de Dhamma) aan anderen te onderwijzen. Het onderwijs dat hij gaf bevatte onder meer Vipassana wat betekent: inzicht, de dingen zien zoals ze werkelijk zijn. Vipassana is een proces van zelfobservatie met als doel de geest tot in de diepste lagen te zuiveren van negativiteit en onzuiverheden als woede, haat, hebzucht en angst. Naarmate de invloed hiervan zwakker wordt, komen positieve eigenschappen zoals liefde, mededogen, vreugde en gelijkmoedigheid vanzelf tot ontwikkeling. Tegenwoordig kan deze meditatietechniek worden geleerd in een tiendaagse cursus. Zo'n cursus vormt een mentale training met een diepgaande waarde voor het dagelijks leven.

Zijn eerste toespraak hield hij in Sarnath. Gedurende de 45 volgende jaren reisde hij door de toenmalige staten van Noord-India. Hij werd een zeer gerespecteerde spirituele leider. De koningen van de twee grootste staten (Kosala en Magadha) werden zijn discipelen, net als vele anderen uit alle lagen van de bevolking. Veel mensen besloten monnik (bhikkhu) of non (bhikkhuni) te worden in de monastieke orde (de Sangha) van de Boeddha. Op 80-jarige leeftijd overleed hij te Kushinagar. Zijn toespraken en leringen werden gereciteerd en onthouden door zijn volgelingen en na zijn dood in twee congressen die door zijn volgelingen voor dit doel werden georganiseerd opgeschreven in de Pali-canon, de in de taal Pali gestelde aanvankelijk mondeling overgeleverde woorden van de Boeddha. De oudste bekende nog bestaande exemplaren van deze teksten kunnen aan de Boeddha toegeschreven worden. 

Tempelterminologie

Een tempel- of kloostercomplex met verschillende gebouwen noemt men in Thailand Wat.

Het centrale heiligdom met de belangrijkste Boeddhabeeld noemt men Bot. Hier vinden de inwijdingen en andere belangrijke ceremoniën van de monniken plaats.

De Vihara (gebedsruimte) is het grootste gebouw van een Wat en is voor alle gelovigen vrij toegankelijk. Sommige tempels hebben meerdere Vihara's, die men met bepaalde Boeddhabeelden ingericht heeft.

De bibliotheek, Mondhop genaamd, is vierkant met een dak van verschillende verdiepingen. Hier bewaart men heilige geschriften, Tripitaka.

Sala is een vrij toegankelijke eet- en rustruimte, waarvan het dak door zuilen wordt gedragen.

Stoepa is het algemene begrip voor een sacraal bouwwerk dat naar boven toe smaller wordt. In de fundamenten zitten vaak relikwieën van Boeddha of een andere religieuze persoon verborgen. In Thailand onderscheidt men twee soorten Stoepa - de klokvormige Chedi, die uit Ceylon afkomstig is, en de fallusachtige Prang, die de Thai uit de Khmer-architectuur overgenomen hebben.

Prasat is de algemene term voor een tempel of een heiligdom, maar eveneens voor een koninklijk paleis.

Visakha Bucha

Op deze dag wordt gevierd de geboorte, de verlichting en de dood van Boeddha. Het is de meest heilige dag van het jaar in Thailand.

Het festival vind plaats op de eerste volle maan in de mei of begin juni. In 2012 was dit 4 juni.

Er zijn op die dag veel en vooral grote tentoonstellingen te zien. Ook zijn er diverse optochten door de stad. Tentoonstellingen en optochten staan allen in het teken van Boeddha. De inwoners komen in de tempels samen om hun respect te tonen.

Op deze dag mag niet gerookt worden en alcohol verkocht c.q. gedronken worden.

Echter, in de restaurants en hotels wordt er veelal gewoon alcohol geschonken. De regels worden tegenwoordig niet zo streng meer nageleefd.